Welkom op

@Immerzeel.nl

Home / Bindingen tussen boom en Antwerpen

Bindingen tussen boom en Antwerpen

HET GESLACHT IMMERSEEL

Tijdens zijn boeiende, leerrijke en druk bijgewoonde, zelfs avondvullende toespraak over “Boom… in het verleden” heeft kanunnik Raymond Roelandts een belangrijk verband gelegd tussen de Rupelstreek en het oud Brabants geslacht Immerseel, dat ook in Antwerpen een historische rol vervuld heeft. Door het feit dat kan. Roelandts een artikelenreeks liet verschijnen in het parochieblad over hetzelfde onderwerp dat hij op 9 oktober 1991 voor “Ten Boome” behandeld heeft, kon ik zijn tekst eens rustig herlezen, zodat het voor mij heel duidelijk is geworden dat Boom en Antwerpen een binding hebben met het geslacht Immerseel. We gaan trachten op bondige wijze een licht te werpen op deze oude geschiedenis.

wapenorgineel

Naar een gravure van le Roy (17de eeuw). In de rechterbovenhoek het wapen Immerseel.

Het is een feit dat er op het grondgebied Wommelgem een “castellum de Immersele” heeft gestaan, waarvan de bekende baron J. le Roy (17de eeuw) een gravure heeft gemaakt. Dit castellum zou aanvankelijk een versterkte hoeve geweest zijn en het is vermoedelijk Jan van Lierde geweest, die in 1280 de burcht zou gebouwd hebben.

Het geslacht van Lierde, waaruit de van Immerseels afstammen, is in Antwerpen goed gekend en zijn naam blijft er nog altijd voortleven in een historisch pand, het prinselijk hof van Liere aande Prinsstraat, waar nu de UFSIA is gevestigd. Volgens de historicus Rob. vande Weghe werd die straat in 1516 geopend onder impuls van Aert (Artus of Arnold) van Liere, die vanaf 1506 met enkele korte onderbrekingen, tot aan zijn dood in 1529 binnen- of buitenburgemeester is geweest, en die daar in 1516 aan de noordzijde dit hof heeft laten bouwen. De van Lieres zelf zouden voortspruiten uit het geslacht van Aarschot.

De stamlijst begint in de eerste helft van de 12de eeuw, met een Godevaert van Liere, zoon van Arnout, graaf van Aarschot. De latere ridder Jan van Liere was de eerste heer van het geslacht Immerseel, die trouwens in 1277 van hertog Jan I (van Brabant) het land van Wommelgem verkregen heeft met al zijn cijnzen, renten, hoge en lage justitiën. In 1284 bekwam Jan van Liere het visrecht op de Schijn. De familie van Immerseel (van Liere) verwierf belangrijke bezittingen in Antwerpen (Kipdorp), Duffel en Lier (met de Bijvang van Lier en de dorpen Bevel, Emblem, Kessel, Nijlen en Gestel). De heren van Immerseel konden hun gezag zeer ver uitspreiden en ze gaan door voor de machtigste heren in het land van Rijen. Eén van Immerseel vocht, naar het schijnt, in de Guldensporenslag, maar hij stond onder Franse vlag tegen de Vlamingen!

Nu moeten we nog het verband leggen met de Rupelstreek ! Volgens een artikel van kan. Roelandts was een zekere heer van Immerseel (dit kan wel de reeds genoemde ridder Jan van Liere geweest zijn) ook de leenman van een domein tussen de Steile Bossen en de boorden van de Rupel. Om dit gebied te ontginnen, vestigde hij daar een “laathof” met een ploeg onderhorigen (de laten). Zij vormden, aldus kan. Roelandts, de eerste leefgemeenschap voor de aanleg van een verbindingsweg over de hoger gelegen gronden, namelijk Vlietmanshoek, het Steyl, de Paepe Dalen, het Peerdsgat en de Krekelenberg, naar Ten Oeveren en Hellegat. Deze weg bestaat nog onder de naam ’s Herenbaan. Om die weg te beschermen tegen baanstropers en struikrovers moesten de “laten van Immerseel” de bossen rooien en velden aanleggen. De ontgonnen gronden kregen zij in gebruik, maar ze waren cijnsplichtig tegenover hun heer. Toch kregen zij een eigen rechtsbestel met een meier en zeven schepenen (beëdigde laten) aangesteld door de heer voor het beslechten van onderlinge geschillen en het bestraffen van misdrijven. Tot zo ver de tekst van kan. Roelandts in verband met het laathof Immerseel.

Nu moet ik wel een vraagteken plaatsen bij de naam van de Immerseelse heer, die het laathof gevestigd heeft in de Rupelstreek. Kan. Roelandts koppelt hem bij de beslissende slag van Woeringen in 1288, gewonnen door Jan I, hertog van Brabant, en waaraan een zekere Immerseel had deelgenomen. Als beloning kreeg hij een uit- gestrekt landgoed, maar een andere door ons geraadpleegde bron vermeldt dat ridder Jan van Liere de eerste heer was van het geslacht Immerseel en dat hij al in 1277 het land van Wommelgem verkregen had van hertog Jan I van Brabant. De vraag is nu of ridder Jan van Liere zelf of een nakomeling aan de slag vanWoeringen heeft deelgenomen. Een vraag, die we misschien langs deze weg aan onze Boomse Kanunnik kunnen stellen!

DE HERENTALSE VAART

Om af te sluiten wil ik nog eventjes in de oude Antwerpse geschiedenis terugbladeren tot bij het ontstaan van de Herentalse Vaart, hoewel de gemeente Boom daar niet bij te pas komt. Wij vinden rond 1472 de naam terug van Elisabeth van Immerseel, die samen met haar man, Godevaert Vilain, de oude watermolen onder Wommelgem met een spui en aanpalende grond verkocht aan de stad Antwerpen. De zuivere wateren van het Groot Schijn en van enkele beken konden daar afgetapt worden, om via een nieuwe vaart binnen de stad Antwerpen geleid te worden ten behoeve van de brouwerijen en om de dorst te lessen van de vele paarden in de stad. De meeste burgers gebruikten meestal water uit bronputten, maar de gewone dagelijkse drank bestond uit fluitjesbier.

De zogenaamde Herentalse Vaart werd gegraven tussen 1486 en 1491 en had slechts een lengte van amper 7 kilometer. Zij liep vanuit het aangekochte terrein te Wommelgem via Deurne en Borgerhout naar de Antwerpse Spaanse vesting, waar een aansluiting ontstond nabij de Blauwe Toren met een reeds gegraven kanaal, dat gelopen heeft langs de huidige Wapper en de Oude Vaartplaats. Later werd de Herentalse Vaart rechtstreeks aangesloten op de Antwerpse vestigingen, maar mijn artikel zou te lang worden, als ik dit vernuftig systeem helemaal zou willen uitleggen.

De Herentalse Vaart dankt haar naam aan het feit dat er zowel in Herentals als in Antwerpen plannen uitgebroed werden om beide Brabantse steden met elkaar te verbinden. De oudste ontwerpen liggen in de archieven van Westerlo. Karel de Stoute (1433-1477) hechtte op 24 augustus 1473 zijn goedkeuring aan het ontwerp. Het was Philips de Goede (1396-1467), die reeds een charter verleende aan de stad Herentals voor het graven van een vaart naar Antwerpen.

De Herentalse Vaart heeft bestaan tot in 1930 en zij leverde haar water af in het huidige stadspark, dat momenteel droogligt en er zullen nog heel wat technische ingrepen nodig zijn opdat het park weer over een vijver zal kunnen beschikken. Daar zullen de Boomenaars vermoedelijk niet over wakker liggen! Toch mogen zij wel weten dat een illustere dame, Elisabeth van Immerseel, aan de
basis heeft gelegen van een vaart om Antwerpen van zuiver water te voorzien. Een andere heer van haar geslacht heeft in Boom de oudste leefgemeenschap (het laathof) tot stand gebracht.


DE BOOMSE STEENWEG EN DE BOOMSE POORTEN IN ANTWERPEN

De meeste Boomenaars zullen wellicht weten dat er in Antwerpen nog steeds een Boomse Steenweg bestaat, hoewel ze die nu omzeggens niet meer gebruiken, omdat er andere praktische wegen gemaakt werden om de stad Antwerpen binnen te rijden vanuit de richting Boom via de Kemelbrug.

De brede Boomse Steenweg van de A12 begint reeds ter hoogte van Atlas Copco en loopt tot aan het kruispunt van de Jan De Voslei en Jan Van Rijswijcklaan, maar er ligt nu nog altijd een (nu doodlopend) smal stuk Boomse Steenweg naast de Jan De Voslei. Dit overblijfsel begint juist voor de Olympiadelaan, waar tram 2 zijn historische loop behouden heeft aan de garage Permeke, best bekend bij de oude Boomenaars. Zowel de autobussen als de trams hebben altijd die Boomse Steenweg kunnen volgen om dan Antwerpen binnen te rijden langs de Brederodestraat. Die volgweg behoort nu tot de verleden tijd, want het oude stuk Boomse steenweg naast de Jan De Voslei heeft enkel nog een aansluiting met het Kiel en met de Cam. Huysmanslei.

Toch wil ik er hier op wijzen dat de huidige autobussen van De Lijn, die de weg volgen van de Justitie- en Paleisstraat, in feite rijden langs een oude Boomse Steenweg en dat wil ik eventjes uitleggen.

Voor het ontstaan van de verbindingsweg tussen Antwerpen en Boom in de jaren 1763-1765 bestonden er een drietal min of meer aaneensluitende weggedeelten buiten de toemalige Spaanse vesting. Tot circa 1865 (afbraak van de oude vestingen) lag de noordgrens van de Boomsesteenweg aan de rand van die vesting op de plaats waar nu het gerechtshof staat. Deze weg liep in een golvende lijn zuid-waarts en dwarste o.a. de latere Brederode- en Montigny- straat.

Bij de straatnaamgeving op de voormalige militaire gronden van het fort Montebello werd door het Collegiaal Besluit van 8 augustus 1868 de gebogen weg ten oosten van de boulevard Oude Boomsesteenweg genoemd, terwijl een nieuwe rechtlijnige weg de naam kreeg van Nieuwe Boomsesteenweg. Laatstgenoemde weg werd door het C.B. van 19 mei 1876 Paleisstraat geheten. De Oude Boomsesteenweg werd door het Raadsbesluit van 22 maart 1869 verdoopt in Miraeusstraat, waartoe ook de huidige Solvynsstraat behoorde. Die Oude Boomsesteenweg vormde dus een boog, die nog altijd bewaard is gebleven, maar de huidige autobussen rijden langs de rechtlijnige Paleisstraat, eertijds de Nieuwe Boomse steenweg.

Door al die nieuwe straatnamen is er van een Boomsesteenweg intra muros (binnen de Brialmontvestingen) geen spraak meer, want de naam werd verder verlegd naar het zuiden buiten de nieuwe vestingen, zodat we hem aantreffen op het grondgebied van het Kiel, waar hij nog steeds bestaat.

Nu wil ik hier nog iets vermelden dat mijn inziens de moeite waard is. In het kader van de Brialmontvesting, gebouwd in de jaren 1859-1864, bestond er een Boomse Poort aan de verbindingstak bij het Zuidkasteel (de citadel). Rond 1870 werd een tweede Boomse Poort opgericht en de oudste werd circa 1875 gesloopt, toen ook de beruchte citadel verdween. Uiteindelijk werd in de verlenging van de Montignystraat een derde Boomse Poort gebouwd, die ondertussen ook al verdwenen is. We beschikken wel over een foto uit 1883 van deze Boomse Poort, die er tamelijk sterk uitzag en waar al brede wagens konden doorrijden. Deze foto uit het Antwerps stadsarchief is verschenen in het gedenkboek Antwerpen 1830-1980.

Door Marcel Thys

wil jij altijd meer weten